[singlepic=344,180,,left]Nog een kleine drie weken. Ik ben duidelijk aan het aftellen naar mijn terugkeer. Dat geeft een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant wil ik graag naar huis, mijn gezin, familie en vrienden zien. Aan de andere kant wil ik helemaal niet weg, omdat ik weet dat ik nooit meer in de ruimte zal komen. Ik heb me er inmiddels bij neergelegd dat ik niet alles kan doen wat ik van plan was tijdens deze missie. Overdag een foto van Nederland nemen met een kraakheldere hemel bijvoorbeeld. Dat kan niet meer, omdat de baan van het ISS de komende weken niet optimaal is. Ik heb het vaak geprobeerd de afgelopen maanden, meestal zat het weer tegen. Nederland lag dan onder een witte wolkendeken. En toen het eindelijk opklaarde kwam ik ’s morgens vroeg over en was het heiig.

Terugkeer

Ook vanuit de Japanse module fotograferen wordt moeilijk voor de komende weken. We hebben last van de bèta-angle. Dat is de zonnestand ten opzichte van het ISS. Die is heel belangrijk, bijvoorbeeld voor de stroomvoorziening van de zonnepanelen. De ramen van de Japanse module mogen nu een tijdje niet open, omdat anders de zon op een bepaalde manier naar binnen schijnt en de hardware teveel opwarmt. Het zijn allemaal dingen waar je rekening mee moet houden, hier in de ruimte.

Dat mijn terugkeer eraan komt blijkt ook uit de mailtjes die ik krijg. Veel gaan al over de medische testen en revalidatie na terugkeer en de debriefings. Medewerkers van ESA en andere ruimtevaartorganisaties kunnen met die feedback de procedures verder verbeteren en toekomstige ruimtemissies voorbereiden. Mijn vlucht is in die zin een kleine schakel in een veel groter geheel: de mensheid die leert wonen in de ruimte en de ruimte verder gaat verkennen en benutten. Dat ik daaraan kan meewerken vind ik wel een mooie gedachte. Ook de post flight tour wordt nu gepland. Dat is de periode na mijn vlucht, waarin ik met de andere bemanningsleden op allerlei plekken in Nederland en Europa ga vertellen hoe de missie is verlopen.

Actie

[singlepic=283,180,,right]Voordat ik naar huis kan, moet ik elke dag rennen op de loopband T2 en flink trainen op ARED, het Advanced Resistive Exercise Device. Dat is een fitnessapparaat waarmee ik zo’n beetje al mijn spieren sterker maak, maar vooral die in mijn benen en rug. Ook stimuleren de oefeningen de aanmaak van botmassa. Ik hoef niet meer op de hometrainer te fietsen. Want, zo zei mijn fitnessinstructeur op de grond: ‘Als je straks met de Sojoez landt moet je eruit kunnen lopen, niet fietsen.’ Ik vind het niet erg om te rennen op T2 en met ARED te trainen. Ik kan namelijk ondertussen sciencefiction films kijken en muziek luisteren. De laatste dagen heb ik bijvoorbeeld weer alle drie de Terminator films gezien en Starship Troopers. Veel actie, want dat gaat goed samen met het rennen. Tijdens het gewichtheffen zet ik muziek op: pittige ritmes als rock en trance, dance of techno.