[singlepic=247,180,,left]Tussen de testen op de lanceerbasis door verblijven we in het kosmonautenhotel. Daar volgen we een dagprogramma van werk en vrijetijdsbesteding. Het is erg koud in Kazachstan, zo’n -20 graden Celsius. Dus van rennen langs de rivier, zoals ik deed in mei toen ik hier was als reserve van Frank, komt helemaal niets. Gelukkig is er een goed uitgeruste sportzaal beschikbaar voor ons. Om scherp te blijven op het handmatig vliegen met de Sojoez zitten we om de dag achter de simulator om in allerlei condities naderingen en koppelingen uit te voeren op verschillende koppelpoorten. Het blijft leuk om zo met de Sojoez te vliegen. In werkelijkheid is de kans dat ik dit moet doen uitermate klein.

Vele kleuren
[singlepic=248,180,,right]De belangrijkste onderdelen van de simulaties zijn de lancering, het testen van de apparatuur aan boord, baancorrecties, de nadering, koppeling, terugkeer en landing. We werken aan de hand van de nieuwste procedures. Stap voor stap gaan we er met de instructeurs doorheen. Uit onze trainingdocumenten nemen we persoonlijke notities en arceringen over. Volgens mijn collega’s kunnen mijn procedures na de vlucht rechtstreeks naar het Van Gogh museum, vanwege de vele kleuren die ik gebruik. Naast al die arceringen heb ik mijn laatste eigen aantekeningen verwerkt in de zogenoemde crew notes voor gebruik in het ISS. Die gaan met de Sojoez mee omhoog.

[singlepic=246,220,,left]We hebben ook het vluchtplan en de huidige situatie in het ISS doorgenomen. En we konden praten met de bemanningsleden van het ruimtestation: Dan Burbank, Anton Shkaplerov en Anatoly Ivanishin. Ze kijken uit naar onze komst.

We zijn niet alleen met onszelf bezig. Meer dan tweeduizend handtekeningen heb ik ondertussen gezet op foto’s, brochures, vaantjes en meer. Ook hebben we verschillende persmomenten. Tijdens dit alles houden de doktoren en vooral de epidemioloog dr. Savin in de gaten dat mensen die niet goedgekeurd zijn niet te dicht in de buurt komen en mondkapjes dragen. Handen schudden is niet toegestaan. Dat is even wennen, want uit beleefdheid en gewoonte steek je toch al gauw een hand uit naar mensen, waarna je die dan schielijk weer terugtrekt.