[singlepic=45,220,,left]Dit is de achtste en waarschijnlijk een na laatste keer dat ik in Baikonoer ben, midden in de steppe van Kazachstan. Als je aan komt vliegen zie je heel lang niets, hooguit een paar kamelen. En dan ineens het stadje. Er zijn scholen en flats, een markt en een museum. Net als overal. Alleen werkt bijna iedereen uit dit stadje op de enorm uitgestrekte lanceerbasis van Baikonoer. Al sinds de jaren zestig worden Russische kosmonauten vanaf hier de ruimte in geschoten. Ook de allereerste mens ooit, Joeri Gagarin, werd hier gelanceerd. Het is dus historische grond. De afgelopen week zat ik in quarantaine, net als de andere reservebemanningsleden en de prime crew. Het duurt nog tot 8 juni, wanneer mijn collega’s van Expeditie 28 gelanceerd worden.

Primerka
[singlepic=39,220,,right]Quarantaine. Dat betekent leven in kamers op een aparte afdeling, drie keer per dag warm eten, rennen langs de rivier, bloemen leggen, vlaggen hijsen, bomen planten en procedures doornemen. Op de valreep trainen we de koppeling om die goed in de vingers te houden. Ondertussen worden we steeds in de gaten gehouden door een groep artsen onder leiding van dokter Savin. Hij let op dat we niet ziek worden. Zo weinig mogelijk contact met andere mensen dus. Eten in een aparte eetzaal en geen handen schudden. En overal liggen alcoholdoekjes waarmee we onze handen moeten schoonmaken. Savin is streng. Stel je voor dat je een paar dagen voor de vlucht ineens een flinke infectie oploopt. Daar gaat je missie… Mocht zoiets met mijn Japanse collega gebeuren, dan zou ik juist omhoog moeten, omdat ik reservebemanningslid ben. Ik ben er natuurlijk klaar voor, maar ik ga er niet vanuit dat het gebeurt.

[singlepic=46,180,,left]Het belangrijkste van deze weken is de Primerka, de laatste test om te kijken of alles in orde is voor de vlucht. We zijn naar de assemblagehal geweest en hebben daar de echte spullen bekeken en uitgeprobeerd die naar de ruimte gaan. Een laser afstandsmeter bijvoorbeeld, navigatie- en communicatieapparatuur. En de Sojoez-capsule zelf. De ongeveer tien meter hoge toren van de leefmodule, bemanningscapsule en technische module staat in de assemblagehal in een stellage. We zijn in de bemanningsmodule gekropen en hebben gecontroleerd of alles op zijn plaats zit. Het is boeiend om in het echte ruimteschip te zitten. Volgende week hebben we deel twee van de Primerka.

Chris van den Berg
[singlepic=89,180,,right]Een van de vervelende dingen van zo’n quarantaineperiode is dat je niet weg kunt. Ook niet voor een begrafenis bijvoorbeeld. Deze week is een vriend van me overleden, Chris van den Berg. Ik ken hem al jaren vanuit de wereld van ruimtevaartenthousiastelingen. Hij analyseerde sinds het begin van de ruimtevaart de door hem ontvangen radiocommunicatie met vooral Russische ruimtevaartuigen en was iemand die al zijn vrije tijd in de ruimtevaart stak en er enorme kennis en archieven over opbouwde. Een fenomeen.

We deelden onze interesse voor de Tweede Wereldoorlog. Een paar jaar geleden zijn we samen naar Peenemünde gevlogen, de bakermat van de rakettechnologie in Duitsland. En in 2004 sprak ik Chris toen in aan boord was van de Sojoez-capsule tijdens mijn ruimtevlucht. Met Chris verliest de ruimtevaartwereld een unieke en boeiende persoonlijkheid.