[singlepic=150,180,,left]Ik ben terug in Sterrenstad, het trainingscentrum voor kosmonauten net buiten Moskou. Elke keer als ik hier kom voelt het een beetje als thuiskomen. Grofweg de helft van mijn trainingen doe ik hier. Dat geldt voor bijna alle Europese astronauten. Het heeft te maken met mijn functie in de Sojoez: die van boordingenieur 1. De boordingenieur 1 (of left seater, naar de positie in de Sojoez) helpt de commandant met het vliegen van het ruimteschip. In geval van nood moet ik de belangrijkste delen van de vlucht ook helemaal alleen kunnen uitvoeren. De functie is vergelijkbaar met die van een co-piloot in de luchtvaart. Alleen kun je een ruimtecapsule niet even pakken voor een oefenvlucht. Dus alles gebeurt in de simulator. Lanceren, koppelen, manoeuvreren in de ruimte en landen. Daarom ben ik zoveel in Sterrenstad. Om ‘vlieguren’ te maken met de Sojoez…

G-krachten
Deze week had ik een aantal simulaties die ik alleen moest vliegen. In werkelijkheid is zoiets zeer onwaarschijnlijk. Het zou betekenen dat mijn twee collega-bemanningsleden niet meer in staat zouden zijn om iets te doen. Maar goed, de astronautentraining gaat nu eenmaal voor een groot deel over onwaarschijnlijke gebeurtenissen. In geval van nood moet je kunnen terugvallen op procedures en dan is het prettig dat je die vaak [singlepic=149,180,,right]hebt getraind. Een van de trainingen was de terugkeer door de dampkring. Ik moest er acht doen en ze verliepen goed. Het is een soort computerspel waarbij je de Sojoez zo precies mogelijk moet sturen naar de landingsplek, zonder al teveel G-krachten (de vertragingskracht door het afremmen) op te bouwen.

Over een maand of twee krijg ik deze oefening opnieuw, maar dan in een grote centrifuge. Die draait rond en simuleert zo de G-krachten die je als astronaut te verduren krijgt. Maak je een stuurfout, dan kan dat in de centrifuge oplopen tot 5G, dus vijf keer de zwaartekracht. Bij een werkelijke landing kan dat nog veel meer worden. Het is geen prettig gevoel, maar ik heb vaak centrifugeruns gedaan, als astronaut en in mijn vorige functie als onderzoeker bij het Centrum voor Mens Luchtvaart van de luchtmacht. Dus ik weet wat er komt en ik ben wel wat gewend. Elke keer opnieuw is het de uitdaging om zo weinig mogelijk vertragingskrachten te ondergaan en toch precies op de vastgestelde landingsplek te eindigen.

Bezemkast
Naast de landingstraining en andere sessies ben ik ook twaalf keer naar en rond het ISS gevlogen, alleen en met mijn commandant Oleg Kononenko. Daarbij moesten we het ISS handmatig en vervolgens [singlepic=147,180,,left]aankoppelen. Dit soort operationele oefeningen vind ik het leukst om te doen. Er is veel actie. Ook al weet je dat het een simulatie is, toch gaat je hart sneller kloppen en je voelt de adrenaline stijgen. De laatste operationele training deze week was met de complete bemanning. We hebben de hele lanceerprocedure doorlopen van het instappen tot de eerste baantjes rond de aarde. Je zit dan met z’n drieën vier uur lang in de Sojoez-simulator met je knieen opgetrokken alsof je in een bezemkast zit. Heel veel tijd om daarover na te denken heb je niet, want de trainers halen de ene na de andere streek uit om te testen hoe wij omgaan met noodgevallen. Wat zal mijn echte vlucht meevallen, zonder computerstoringen, lekken of brand aan boord…